Waterplaneet: Cousteau, walvissen met poten en watermensen

20-03-2023

Onze blauwe planeet is, voor zover we weten, uniek in het heelal. Maar onze kostbare waterreserves staan onder extreme druk, door vervuiling, overmatig gebruik en visserij, en droogte. We moeten water en de zeeën opnieuw naar waarde schatten. Die gedachte ging door mijn hoofd toen ik kortgeleden oog in oog stond met twee prachtige beluga-walvissen in het Oceanogràfic aquarium in Valencia. Zoals oceanoloog Jacques Cousteau ooit zei: "Mensen beschermen waar ze van houden". In dit artikel scheren we over het wateroppervlak om een glimp op te vangen van de bijzonderheden van de zee en enkele van haar bewoners. Raad maar eens welke 'neven' van de koeien hun weg terugvonden naar de zee. En ooit stond ook de mens aan de waterkant. 

Auteur: Kathelijne Bonne. 

Ergens in februari dit jaar steeg gejuich op uit de VN-kantoren in New York: Hoge pieten zijn akkoord gegaan dat dertig procent van de wereldoceaan beschermd moet worden tegen 2030. De gezondheid van de zee staat namelijk in direct verband tot de gezondheid van de planeet en de mensheid. De mariene ecosystemen, die volgens de laatste IPCC rapporten catastrofaal aan het ineenzakken zijn, zouden zich spectaculair kunnen herstellen als bepaalde, goed uitgekozen regio's met rust gelaten worden.

Beluga walvis in gevangenschap (Rusland/Wikipedia)
Beluga walvis in gevangenschap (Rusland/Wikipedia)

Hier werd dertig jaar geleden al op aangedrongen, onder andere door documentairemaker Jacques Cousteau, pionier in het onderwaterfilmen en een van de eerste echte activisten. Hij woonde in 1992 een cruciale VN-Milieuconferentie bij in Rio de Janeiro. Hij drukte wereldleiders op het hart de oceanen te beschermen. Hoewel zij graag breed glimlachend met hem op de foto stonden, zouden ze hem vandaag niet bijster veel te vertellen hebben wat betreft hun toenmalige beloftes. Het compromis van 30% van de oceanen beschermen is er eindelijk, beter laat dan nooit. Vele Protected Marine Areas, een soort nationale parken op zee, hebben al bewezen dat niet alleen de mariene biodiversiteit maar ook de traditionele visvangst van kustgemeenschappen een boost kan krijgen. 

Het is misschien ook tijd om onze persoonlijke relatie met de zee nieuw leven in te blazen.

Waarom trekt de zee mensen aan? 

Water is de bron van al het leven. Het oefent een onbegrijpelijke aantrekkingskracht op ons uit. Een glinsterend wateroppervlak, kabbelend beekje, brekende golven, we raken allemaal in een positieve, meditatieve gedachtestroom bij het zien en horen ervan. Het rekt ons bewustzijn open, van dagelijkse pietluttige beslommeringen naar de grotere vragen en mysteries van het leven, van het nu naar het verre verleden en de toekomst, en naar de schoonheid en uitgestrektheid van de planeet. Er is een mariene bioloog, Wallace Nichols, die een boek schreef over onze 'Blue Mind'; hoe de zee ons geneest en heelt. Kan ook ons waterverleden een verklaring bieden voor onze merkwaardige voorliefde voor de zee? We komen er straks op terug.

Foto van sneeuwvlok (1890, Bentley).
Foto van sneeuwvlok (1890, Bentley).

Microcosmos naar macrocosmos

Water is in eerste instantie vormloos, het beweegt continu, wat het ongrijpbaar maakt. Toch zijn in het deinende wateroppervlak repetitieve patronen te herkennen, en als het vriest, wordt water extreem geometrisch. Geen twee ijskristallen zijn identiek. Meer dan een eeuw geleden fotografeerde de Amerikaan Wilson Bentley sneeuwkristallen onder de microscoop en maakte er een ongeëvenaarde collectie van. Ik ontdekte zijn foto's, en allerlei andere natuurlijke patronen, in het boek The Cosmic Dance: Finding Patterns and Pathways in a Chaotic Universe van Stephen Elcock. 

In vloeibare toestand verstrekt water haar beste kwaliteiten, de beschrijvig is iets minder poëtisch: Chemisch gezien is water een polair medium, dat wil zeggen, de watermoleculen hebben een positief en negatief geladen kant (ze zijn 'gepolariseerd'), Daardoor lossen substanties gemakkelijk op en gaan ze snel andere reacties aan. Microscopische beestjes in de zee combineren zo calcium en koolstofdioxide tot skeletjes, waarmee ze schelpen en koraalriffen maken. Water is anderzijds niet sterk genoeg om het leven zelf, DNA-strengen en cellen, uit elkaar te trekken. Net daarom is water de ideale plaats voor leven. 

Tegenwoordig zijn de ruimtevaartmaatschappijen geobsedeerd door exoplaneten. Ze zoeken niet zomaar planeten buiten ons zonnestelsel, maar planeten waarop water in vloeibare toestand kan bestaan, zodat er leven mogelijk is. Er zijn zo al verschillende potentieel bewoonbare planeten gevonden, zoals in het Trappist-zonnestelsel, dat maar liefst zeven aardachtige exoplaneten telt. Het is wel nog niet zeker of er een mooie blauwe planeet bij is zoals de Aarde. 

Vinnen worden poten

De oceanen op aarde ontstonden niet lang na de grote impact waarbij de maan gevormd werd. De Aarde koelde af en waterdamp regende neer uit de dense atmosfeer, totdat ze een blauwe planeet werd. Het leven zou niet lang op zich laten wachten hebben en ontstond ongeveer 4 miljard jaar geleden. Pas tijdens het Siluur (443 tot 419 miljoen jaar geleden) waagden de eerste organismen zich boven het zeeoppervlak, en begonnen het kale land in te palmen. Het bekendste voorbeeld is een vis die aan de oevers begint rond te scharrelen, zich in de modderige omgeving net buiten het water waagt. Zijn vinnen worden poten en uiteindelijk wordt hij een landdier. Hoewel dit voorbeeld tot de verbeelding spreekt en de ideale metafoor is van onze overgang van water naar land, werden deze visachtige wezens waarschijnlijk voorgegaan door algen, schimmels, planten, en geleedpotigen zoals duizendpoten, spinachtigen en insectachtigen (want wat moest de vis op het land anders eten).

Waarom kwam het leven niet vroeger uit het water? Wel, de oceanen zijn zo kolossaal groot dat dat in het begin misschien niet nodig was. Er was plaats voor iedereen en in het Precambrium was de competitie tussen organismen niet zo sterk als sinds het begin van het Cambrium (toen was er een uitbarsting van leven en een grote diversificatie). Maar dat is misschien een wat simpele uitleg. Het is meer waarschijnlijk dat de ozonlaag, die schadelijke ultraviolette straling tegenhoudt, steeds dikker werd, en het leven in staat stelde in steeds ondieper water, en uiteindelijk boven het water te overleven.

Walvissen in de Sahara? 

Verschillende keren in de prehistorie zijn dieren, en ook planten, van het land teruggekeerd naar het water. Het spectaculairst in hun terugkeer naar de zee zijn de walvisachtigen (Cetacaea), de grootste dieren op aarde. Walvissen en dolfijnen hebben zich tijdens het Eoceen afgesplitst van de voorouders van de evenhoevigen, waarvan ook koeien, geiten, herten, varkens, kamelen, gazelles, enz. afstammen. Van alle evenhoevigen zijn de walvissen het nauwst verwant aan de nijlpaarden.

Walvisfossiel in Wadi Al Hitan in Egypte (Ahmed Mosaad/Wikipedia).
Walvisfossiel in Wadi Al Hitan in Egypte (Ahmed Mosaad/Wikipedia).

In de Sahara van Egypte bevindt zich de Wadi Al-Hitan, vallei van de walvissen, nu een werelderfgoed site, waar een grote verzameling fossiele walvissen is gevonden. Deze indrukwekkende beesten horen tot de onderorde van de Archaeoceti, de oerwalvissen. Ze leefden in het Eoceen en het vroege Oligoceen (45 tot 30 miljoen jaar geleden), toen een groot deel van wat nu de Sahara is onder water lag en deel was van de nu verdwenen Tethys-zee

De oerwalvissen in de woestijn van Wadi Al-Hitan tonen op epische wijze de overgang van land- naar zeedieren. Ze deden er acht miljoen jaar over om te evolueren van een viervoeter naar en gestroomlijnd zeezoogdier. De vroegste oerwalvissen hadden nog vier poten, die werden flippers en daarna vinnen, waarmee ze waarschijnlijk tijdens tussenstadia nog zoals zeehonden konden rondhotsen op het land, dichtbij de kust. Maar steeds meer trokken ze naar de zee, ze hadden er een nieuwe niche gevonden. Ze verloren hun vacht, de achterpoten verdwenen helemaal, en ze kregen onderhuids vet (blubber) om sneller te zwemmen en zich beter te isoleren tegen de kou. 

Oerwalvissen van het Eoceen: (1) Skelet van Durudon atrox uit Egypte (Ellen/Wikipedia), (2) Ambulocetus en (3) Maiacetus uit Pakistan, (4) Dorudon uit Egypte (2, 3 en 4: Nobu Tamuro/Wikipedia). 

Beluga's terug naar zee

Maar ook vandaag zijn er nog walvissen op het land die terug naar de zee moeten. In het Oceanogràfic-aquarium in Valencia zag ik beluga's, een speciale soort tandwalvis: de witte Yulka (een vrouwtje) en witgrijze Kylu (haar zoon). Kairo, de vader, stierf een paar jaar geleden, men weet niet precies waaraan. Zijn zichtbare aftakeling en apathie wekte veel verontwaardiging op bij bezoekers. Verschillende dierenrechtenorganisaties zetten zich in om aquaria wereldwijd aan te sporen om alle walvissen en dolfijnen naar de zee te repatriëren, wat succesvol gebeurd is voor Little White en Little Grey. Deze twee beluga's werden met veel tamtam met het vliegtuig uit Shanghai naar een sanctuarium in IJsland zijn overgevlogen. Ook Jane Goodall en haar ethische raadgever, de Belgische Koen Margodt, hebben een oproep gedaan om het houden van walvissen en dolfijnen in gevangenschap stop te zetten. 

Belugas in de oceaan (Angar Walk, Wikipedia).
Belugas in de oceaan (Angar Walk, Wikipedia).

En de mens zelf? Waar is onze plaats tussen land en zee? 

Watermensen

Tegenwoordig wonen mensen overal ter wereld maar het liefst van al wonen ze dichtbij de zee. Niets is fijner dan in de ondiepe zee te waden langs de kust, en dat doen we blijkbaar al heel lang. Volgens de Waterkanttheorie hebben mensen hun specifieke kenmerken (tweebenigheid, rechtop lopend, enz.) gekregen door zich aan te passen aan een leven om en rond het water, zoals ik in een vorig artikel heb beschreven: 

Dit zou onze aantrekking naar water (gedeeltelijk) verklaren. Volgens de modernste opvattingen van de Waterkanthypothese, ontwikkeld onder meer door Dr. Marc Verhaegen, zouden onze voorouders, o.a. Homo erectus, via de kusten tot op ver afgelegen eilanden in Zuidoost-Azië getrokken zijn. Hij waadde, zwom en dook, op zoek naar schaaldieren, een gemakkelijke en rijke voedingsbron dankzij dewelke onze hersenen groter werden. 

Anders dan landzoogdieren hebben we veel vet direct onder de huid. Zou dat blubber zijn zoals bij de zeezoogdieren? Hebben we onze vacht verloren als aanpassing aan een waterleven? 

Onze nog verdere voorouders en aanverwanten, verschillende soorten oermensapen, leidden een wadend-klimmend bestaan in waterbossen, wat al heel vroeg bijdroeg aan een verticaal staande wervelkolom.

Tussenfase tussen land- en zeedier?

Is het mogelijk dat deze wateraangepaste oermensen net als de voorouders van de walvissen en vinpotigen (onbewust) een terugkeer naar de zee ondernamen, en een soort tussenfase waren tussen land- en zeedier? 

Die terugkeer heeft zich bij de mens niet doorgezet, want we leven nu grotendeels op het vasteland. Evolutie verloopt stapsgewijs en kan op gelijk welk moment, door veranderende omstandigheden, een in andere richting keren. Men is namelijk nooit echt 'bezig te evolueren naar', maar men probeert zich vooral 'zo goed mogelijk aan te passen aan', en kenmerken die voordelig zijn in bepaalde omstandigheden zullen door de evolutie bevoordeeld worden. De oermensen werden steeds slimmer en begonnen werktuigen en wapens te gebruiken, en het vuur te beheersen, wat hen immense voordelen gaf, die hen sterk vooruithielpen om alle habitats van de planeet te bevolken. Zo ver gingen we zelfs, dat sommige onderzoekers redenen hebben onze planeet de vuurplaneet te noemen. 

Maar hoe slim we ook geworden zijn, water is en blijft een goedje waar we heel erg veel van nodig hebben (een westerse mens zo'n 7 kuub per dag), maar dat we toch niet zo goed beheersen als we zouden willen. Gigantische hoeveelheden water zijn nodig om voedsel te produceren (vlees vergt veel meer water dan groenten) en in verschillende takken van de industrie (denk maar aan kleding). Omdat we onze eigen habitat aan een transformatie hebben onderworpen - er is steeds minder natuur -, worden ook de patronen van aanvoer van water steeds grilliger. Overstromingen hier, droogte daar, de evenwichten zijn zoek. 

Cousteau.
Cousteau.

Een hernieuwde aandacht en waardering voor water is dus een dringende noodzaak. Want, zoals verstandig opgemerkt door Jacques Cousteau, hoe meer we het waarderen en mooi vinden, hoe meer we ons best zullen doen om het te beschermen. Hopelijk leidden de nieuwe VN-deals tot beterschap zodat we ook in de toekomst gezellig kunnen dromen over mooie dingen als we naar de zee turen. 

Kathelijne: Als natuurliefhebber en aardwetenschapper ben ik geboeid door hoe gesteente, bodem, oceaan, lucht en leven op elkaar inwerken op geologische en menselijke tijdschalen.

Waarom ik met GondwanaTalks begon.

Boeken die ik aanraad:

Soms promoot ik eens een product, om kado te doen ofzo:

Recente artikels op GondwanaTalks:

Ontvang een update voor elk nieuw artikel (om de zoveel weken) / (geen ander soort reclame):